INTERVIEW met Livia Ribichini – Artist in Space 2024: Horizon

Livia Ribichini - foto: David Vroom

Een Artist in Space-traject van de Noordenaars stimuleert het maken van nieuw werk dat een betekenisvolle bijdrage kan leveren aan de hedendaagse kunst in Nederland. In de tweede helft van 2024 vingen vier nieuwe trajecten aan om de artistieke en professionele ontwikkeling van veelbelovende beeldend kunstenaars te ondersteunen. Het traject Horizon heeft een internationale focus, waarbij de kunstenaar wordt aangemoedigd haar vleugels uit te slaan en (een deel van) een project in het buitenland te ontwikkelen. Livia Ribichini (Rome, 1994) volgde dit traject en werd hiervoor begeleid door Media Art Friesland.

“Ik ben scenografie gaan studeren in Italië, gefascineerd door theater als een magische ruimte waar van alles kan gebeuren. Ik voelde me vooral aangetrokken tot hoe de ruimte zelf communiceert en ik begon te experimenteren met lichtkunst en installaties – ik probeerde de over het hoofd geziene gebieden in Rome te transformeren met licht, om mensen met hun omgeving te verbinden. Italië voelde in sommige opzichten beperkend; de financiering was krap, dus projecten waren vooral imaginair en werden nooit helemaal gerealiseerd. Ik had het visioen dat ik scenograaf in de opera zou worden en grote, interactieve installaties zou maken. Helaas gebeurde dat niet, althans… nog niet.

Toen verhuisde ik naar Nederland en begon aan een minor Kunst en Techniek bij Minerva. Ik kwam in aanraking met de digitale wereld, vooral met TouchDesigner, een open-source tool met heel veel tutorials. Zes maanden lang speelde ik ermee en maakte ik interactieve werken waarin gegevens van geluid naar beeld vloeiden, waardoor digitale transformatie makkelijk en toegankelijk aanvoelde. Hoe meer ik me erin verdiepte, hoe meer ik me realiseerde hoeveel vrijheid ik had op de kunstacademie in NL vergeleken met Italië. Ik schreef mij in op het MADtech programma van het Frank Mohr Institute, waar ik eindelijk kon experimenteren. Ik kwam weer in contact met performance en begon samen te werken met Sophie Mars, een kunstenaar die ik op Transmediale had gezien. Nadat ik haar op Instagram had gevolgd, nam ik contact op en zo begon ons eerste project.

Als je lang aan een computer werkt, verlies je het contact met je lichaam, alsof je langzaam de machine wordt waar je aan werkt.

Toen kwam COVID en sloten de deuren van alle dansstudio’s en clubs gesloten en bleef ik alleen achter, al dansend in mijn studio en de gegevens van mijn lichaam registrerend. Dat werd het begin van mijn verdere onderzoek, waarbij lichaamsbeweging en digitale lichamen samensmolten en ik vrijheid, genezing en bevrijding begon te onderzoeken door dans en de digitale wereld samen te voegen. Als je lang aan een computer werkt, verlies je het contact met je lichaam, alsof je langzaam de machine wordt waar je aan werkt. Daarentegen gelden in de digitale wereld de natuurwetten niet en kun je doen wat je wilt – bijna tovenarij. Het kan een hulpmiddel zijn om je innerlijke zelf te verkennen, alle ruimtes en lagen die deel uitmaken van de complexe entiteit die je lichaam en je identiteit is.

Een paar jaar geleden, op de Biënnale van Venetië 2020, zag ik een prachtige, poëtische voorstelling in het Koreaanse paviljoen – dansers met een handicap die op onconventionele manieren bewogen. Het was een stuk over vrijheid en zelfexpressie, buiten de maatschappelijke verwachtingen om. Geïnspireerd ging ik verder op onderzoek uit en belandde in Seoul voor een residentie als onderdeel van mijn Artist in Space traject, waar ik een Koreaanse performer interviewde die een expert was op het gebied van yeoseong gukgeuk. Deze dansvorm had diepe culturele wortels, waarbij vrouwelijke performers in de jaren 1950 zichzelf transformeerden door middel van make-up en kostuums. Het was een feministische kunstvorm die de door mannen gedomineerde theaterwereld trotseerde. Na de oorlog veranderde het traditionele idee van een held en ontstonden er nieuwe ideeën over heldendom door zelftransformatie – een van de kernprincipes achter de opkomst van yeoseong gukgeuk. Het deed me denken aan de digitale wereld, waar transformatie grenzeloos is.

Het voelt alsof alles zich stap voor stap in de juiste richting ontwikkelt.

Tijdens de residentie, als onderdeel van het Artist in Space programma, kwam ik in contact met Koreaanse kunstenaars en leerde ik over de hoge technische en esthetische normen daar, maar ook over de intense sociale druk om te slagen. Mijn ervaring daar riep nieuwe vragen op over de maatschappij en de rol van kunst in het bedenken van nieuwe manieren van zijn. Ik werd getroffen door het concept van filosoof Byung-Chul Han over hoe we nu worden ondergedompeld in gegevens terwijl de westerse perspectieven aan het verschuiven zijn. Alle grote waarden van onze samenlevingen zijn aan het veranderen en we leren niet langer van wat we vroeger bestudeerden. Historisch gezien zijn dit interessante tijden.

Mijn oorspronkelijke voorstel voor het Artist in Space traject is gebaseerd op speculaties over hoe het toekomstige lichaam eruit zou kunnen zien. Wanneer je digitale middelen probeert te gebruiken om je begrip van je lichaam uit te breiden en te verkennen, gaat er altijd iets verloren en lukt het de data nooit om de menselijke essentie echt te vangen. De digitale ik beweegt anders dan je echte lichaam en als je ernaar kijkt, word je je nog meer bewust van je eigen fysieke aanwezigheid. Het is een erkenning van onze fysieke aanwezigheid. Ik wil deze ervaring gebruiken en er een performance van maken. Op Noorderzon probeerde ik een eerste versie uit waarbij een videoavatar reageerde op mijn bewegingen, glitchte en losbrak – een moment creërend waarin het virtuele en het echte samensmolten.Het concept van de glitch staat centraal in mijn onderzoek omdat het kan fungeren als een verzet tegen het systeem waarin het bestaat. Het is een non-performatief moment dat de productiviteit van het systeem stopt en van daaruit een moment van expressie, bevrijding en creatie wordt. Deze ideeën over het concept van de glitch kwamen voort uit het lezen van het boek ‘Glitch Feminism’ van Legacy Russell. Ik werk samen met medewerkers en ben van plan om deze voorstelling te verfijnen door middel van dramaturgie met steun van het Grand Theatre en Ropes Aligned. Mijn werk qas nu al te zien op LUNA, het festival van Media Art Friesland, met een eindvoorstelling in het Grand Theatre. Tot nu toe heb ik vooral intuïtief gewerkt, open blijven staan voor wat het proces onthult zonder me te fixeren op het eindresultaat.

Afgelopen najaar gaf ik een workshop aan de dramaturgieafdeling van de Aarhus Universiteit in Denemarken, waar ik feedback kreeg op mijn voorstellingen, en contact had met experts van het Digital Aesthetics Research Center (DARC). Voorlopig laat ik de ideeën op een natuurlijke manier stromen en sta ik open voor de connecties en begeleiding die zich aandienen. Het is belangrijk om open te staan voor onverwachte perspectieven. Het voelt alsof alles zich stap voor stap in de juiste richting ontwikkelt.”

Wil je Livia blijven volgen? Dit kan via haar website en Instagram:

🧑‍💻 liviaribichini.com
📱 instagram.com/frytto_misto

An Artist in Space trajectory of the Noordenaars stimulates the creation of new work that can make a meaningful contribution to contemporary art in the Netherlands. In the second half of 2024, four new trajectories will start to support the artistic and professional development of promising visual artists. The Horizon trajectory has an international focus, in which the artist is encouraged to spread her wings and develop (part of) a project abroad. Livia Ribichini (Rome, 1994) followed this trajectory and was supervised by Media Art Friesland.

“I started studying scenography in Italy, fascinated by theatre as a magical space where anything can happen. I was particularly drawn to how space itself communicates and I started experimenting with light art and installations – trying to transform overlooked areas in Rome with light, to connect people to their surroundings. Italy felt restrictive in some ways; funding was tight, so projects were mostly imaginary and never fully realized. I had this vision of becoming a scenographer in the opera house and creating large, interactive installations. Unfortunately, that didn’t happen, at least… not yet.

Then I moved to the Netherlands and started a minor in Art and Technology at Minerva. I got into the digital world, especially TouchDesigner, an open-source tool with lots of tutorials. I played around with it for six months, creating interactive works where data flowed from sound to image, making digital transformation feel easy and accessible. The more I got into it, the more I realized how much freedom I had at art school in the Netherlands compared to Italy. I enrolled in the Frank Mohr Institute’s MADtech program, where I could finally experiment. I got back in touch with performance and started working with Sophie Mars, an artist I had seen at Transmediale. After following her on Instagram, I got in touch and our first project began.

When you work on a computer for a long time, you lose touch with your body, as if you slowly become the machine you are working on.

Then COVID came and all the dance studios and clubs closed their doors and I was left alone, dancing in my studio and recording the data from my body. That was the beginning of my further research, where body movement and digital bodies merged and I started to explore freedom, healing and liberation through merging dance and the digital world. When you work on a computer for a long time, you lose touch with your body, as if you slowly become the machine you are working on. In the digital world, on the other hand, the laws of nature do not apply and you can do whatever you want – almost like magic. It can be a tool to discover your inner self. exploring, all the spaces and layers that make up the complex entity that is your body and your identity.

A few years ago, at the 2020 Venice Biennale, I saw a beautiful, poetic performance in the Korean pavilion – dancers with disabilities moving in unconventional ways. It was a piece about freedom and self-expression, outside of societal expectations. Inspired, I continued my research and ended up in Seoul for a residency as part of my Artist in Space trajectory, where I interviewed a Korean performer who was an expert in yeoseong gukgeuk. This dance form had deep cultural roots, with female performers in the 1950s transforming themselves through makeup and costumes. It was a feminist art form that defied the male-dominated theatre world. After the war, the traditional idea of ​​a hero changed and new ideas of heroism through self-transformation emerged – one of the core principles behind the rise of yeoseong gukgeuk. It reminded me of the digital world, where transformation is limitless.

It feels like everything is developing step by step in the right direction.

During the residency, as part of the Artist in Space program, I came into contact with Korean artists and learned about the high technical and aesthetic standards there, but also about the intense social pressure to succeed. My experience there raised new questions about society and the role of art in inventing new ways of being. I was struck by philosopher Byung-Chul Han’s concept of how we are now immersed in data while Western perspectives are shifting. All the great values ​​of our societies are changing and we no longer learn from what we used to study. Historically, these are interesting times.

My original proposal for the Artist in Space trajectory is based on speculations about what the future body might look like. When you try to use digital means to expand and explore your understanding of your body, something always gets lost and the data never succeeds in truly capturing the human essence. The digital self moves differently than your real body and when you look at it, you become even more aware of your own physical presence. It is an acknowledgement of our physical presence. I want to use this experience and turn it into a performance. At Noorderzon I tried out a first version where a video avatar responded to my movements, glitched and broke free – creating a moment where the virtual and the real merged. The concept of the glitch is central to my research because it can function as a resistance to the system in which it exists. It is a non-performative moment that stops the productivity of the system and from there becomes a moment of expression, liberation and creation. These ideas about the concept of the glitch came from reading the book ‘Glitch Feminism’ by Legacy Russell. I am working with collaborators and plan to refine this performance through dramaturgy with support from the Grand Theatre and Ropes Aligned. My work has already been shown at LUNA, the festival of Media Art Friesland, with a final performance at the Grand Theatre. So far I have been working intuitively, staying open to what the process reveals without fixating on the end result.

Last fall I gave a workshop at the dramaturgy department of Aarhus University in Denmark, where I received feedback on my performances and connected with experts from the Digital Aesthetics Research Center (DARC). For now I am letting the ideas flow naturally and being open to the connections and guidance that present themselves. It is important to be open to unexpected perspectives. It feels like everything is developing step by step in the right direction.”

Want to keep up with Livia? You can d so via her website and Instagram:

🧑‍💻 liviaribichini.com
📱 instagram.com/frytto_misto

Tekst & beeld:
✍️ Dinnis van Dijken
📸 David Vroom

Text & Photo:
✍️ Dinnis van Dijken
📸 David Vroom

Menu