–AGENDA
INTERVIEW met Jens Huls – Artist in Space 2024: Veld

Jens Huls (Vriezenveen, 2000) volgde het Artist-in-Space-traject Veld, speciaal bedoeld voor beeldend kunstenaars die een ontwikkelvraag hebben waarbij ze een samenwerking willen aangaan buiten het kunstveld. Het doel is zoveel mogelijk non-hiërarchische samenwerkingen te stimuleren. Jens onderzocht in hun traject het Nedersaksische dialect Vriezenveens, ‘Vjens’, gesproken in Vriezenveen. Vriezenveen maakt deel uit van Twente, een (taal)gebied in Oost-Nederland. Met hun project Vjens deed Jens onderzoek naar de relatie tussen taalkunde en orale geschiedenis: hoe vormen taal en cultuur identiteit? En andersom? Jens is hun traject begonnen met een onderzoeksperiode met residencies in Twente.
“Cultureel erfgoed speelt een belangrijke rol in de identiteitsvorming van een persoon. Via kunst en pedagogie zoek ik naar manieren om een stukje van mezelf te ontdekken, effectieve vragen te stellen en belichaamde dialogen te voeren. Het is ingewikkeld voor mij om vanuit een gemarginaliseerde positie te werken, want ik baseer mijn kunst niet alleen op artistieke ervaring, maar ook op geleefde ervaring. Het project dat ik doe, gaat over de band met mijn culturele achtergrond en hoe cultureel erfgoed daarbij een rol speelt. Ik probeer de verbinding met mezelf en mijn regio te herstellen. Het onderzoek omvat Twentse tradities en ik volg ook Twentse taallessen. Twents, onderdeel van het Nedersaksisch, is een non-gestandaardiseerde taal. Dit maakt het een soort anarchistisch medium, met veel potentie om te spelen met de vorm, juist vanuit een queerperspectief. Mijn interesse ligt in de migratie en diverse invloeden binnen de taal, al is het door de tijd heen slecht gearchiveerd. Friesland heeft bijvoorbeeld zijn taal sterker weten te institutionaliseren doordat het veel rechtbankdocumenten heeft gearchiveerd. Daardoor kreeg het meer erkenning en ook subsidies vanuit de EU om dit te behouden. Twente is echter altijd een wat achtergestelde regio geweest, met weinig erkenning voor diens taal en cultuur. Dit heeft historische wortels in isolatie en (gedwongen) assimilatie binnen de Nederlandse identiteit.
Lang kon ik de Twentse taal niet spreken; het voelde alsof het verleden letterlijk mijn stem blokkeerden.
Dit project betekende een nieuwe fase in mijn kunstpraktijk, waarbij ik vrij persoonlijke thema’s heb aangekaard Mijn eigen relatie met Twente is complex. Als kind schaamde ik me voor mijn Twentse achtergrond vanwege het conservatisme en het stigma dat heerst in de Nederlandse kunstwereld over wat van buiten de Randstad komt. Lang kon ik de Twentse taal niet spreken; het voelde alsof het verleden letterlijk mijn stem blokkeerden. Nu probeer ik die blokkade te overwinnen en mijn identiteit opnieuw vorm te geven door mijn ervaringen in kunst en onderzoek te verwerken.
Twente was een interessant veld om artistiek te verkennen omdat het buiten het Mondriaan-circuit valt en er weinig podia zijn waar culturele uitingen gestalte kunnen krijgen. Veel uit de regio komt voort uit geleefde ervaring en verhalen. Voor mijn onderzoek werk ik aan een publicatie die is opgezet als een soort almanak, een verwijzing naar het feit dat Twente een van de langstlopende almanakken heeft, die in 2025 zijn 146ste jaargang krijgt.
Mijn publicatie onderzoekt de Twentse cultuur vanuit een autobiografische en historische invalshoek. Het bevat fictieve en non-fictieve elementen, historische verhalen, poëzie en regionale kaarten. Een belangrijk aspect is hoe veen een rol speelt in de regionale identiteit en hoe vergeten Twentse taalgeschiedenissen vanuit een queerperspectief opnieuw belicht kunnen worden.
Er is een verschil tussen hoe queer-identiteiten worden beleefd in steden en in regio’s zoals Twente. De stad biedt vaak veiligheid via anonimiteit, maar mist soms de gemeenschapszin van een dorp. In Twente voel ik de spanning tussen conservatisme en de behoefte aan solidariteit. Dit project zoekt naar manieren om die spanning te overbruggen, bijvoorbeeld door de verhalen van queer personen uit verschillende achtergronden te delen.
Kan ik de cowboy opnieuw belichamen, bijvoorbeeld vanuit een queer of kritische invalshoek?
Ik onderzoek ook de relatie tussen paganisme en hedendaagse sociale omstandigheden, met een focus op hoe frictie ontstaat binnen regionalisme en populisme. Dit leidt soms tot verzoening, bijvoorbeeld door de dialoog aan te gaan. Mijn werk, zoals video-performances, is opgebouwd in hoofdstukken die elk een aspect van regionale geschiedenis belichten. Een interessant aspect is de rol van de cowboyfiguur in Twente, bijvoorbeeld in Ponypark Slagharen. Het pretpark is een regionaal icoon gelegen vlak naast de regio. Ik zie veel parallellen tussen de regionalist en de cowboy; het figuur representeert enerzijds een geromantiseerd beeld van vrijheid, anderzijds mogelijkheid tot revisionisme. Dit roept vragen op over hoe regionale identiteit wordt geromantiseerd. Kan ik de cowboy opnieuw belichamen, bijvoorbeeld vanuit een queer of kritische invalshoek? Het idee van het landschap als een belichaming van identiteit inspireert me om verder te schrijven en te creëren.
De coaching van Arnisa Zeqo en Gisanne Hendriks van Kunsthuis SYB is heel waardevol geweest bij mijn proces, dankzij hun ervaring met regionale cultuur en taalvorm binnen hun programmering. Ze hebben veel kennis en weten zich goed te positioneren. Ze brachten me in contact met kunstenaars die zich ook richten op regionale, onderbelichte historie.
Mijn publicatie zal taalgeschiedenis, fictie en persoonlijke verhalen combineren. Daarnaast wil ik een tweede fictieve versie maken en mijn onderzoek uitbreiden via samenwerkingen met culturele erfgoedorganisaties en instellingen. Door dialoog en artistieke feedbacksessies hoop ik een bredere impact te maken, waarbij ik mijn persoonlijke narratief gebruik als toegangspunt voor een groter publiek.
Ik blijf me richten op hoe kunst, taal en identiteit elkaar kruisen, en hoe we door persoonlijke verhalen universele thema’s kunnen verkennen. Mijn doel is niet alleen om mijn eigen identiteit te onderzoeken, maar ook om anderen uit te nodigen deel te nemen aan dit gesprek.
Wil je Jens blijven volgen? Dat kan via zijn Insta:
Jens Huls (Vriezenveen, 2000) followed the Artist-in-Space trajectory Veld, specifically intended for visual artists who have a development question for which they want to enter into a collaboration outside the art field. The goal is to stimulate as many non-hierarchical collaborations as possible. In their trajectory, Jens investigated the Low Saxon dialect Vriezenveens, ‘Vjens’, spoken in Vriezenveen. Vriezenveen is part of Twente, a (language) area in the eastern Netherlands. With their project Vjens, Jens investigated the relationship between linguistics and oral history: how do language and culture form identity? And vice versa? Jens started their trajectory with a research period with residencies in Twente.
“Cultural heritage plays an important role in the formation of a person’s identity. Through art and pedagogy, I look for ways to discover a part of myself, ask effective questions and have embodied dialogues. It is complicated for me to work from a marginalized position, because I base my art not only on artistic experience, but also on lived experience. The project I am doing is about the connection with my cultural background and how cultural heritage plays a role in that. I try to restore the connection with myself and my region. The research includes Twente traditions and I also follow Twente language lessons. Twente, part of Low Saxon, is a non-standardized language. This makes it a kind of anarchist medium, with a lot of potential to play with the form, especially from a queer perspective. My interest lies in migration and various influences within the language, although it has been poorly archived over time. For example, Friesland has managed to institutionalize its language more strongly by archiving many court documents. As a result it received more recognition and also subsidies from the EU to maintain this. However, Twente has always been a somewhat disadvantaged region, with little recognition for its language and culture. This has historical roots in isolation and (forced) assimilation within the Dutch identity.
For a long time I could not speak the Twente language; it felt as if the past literally blocked my voice.
This project marked a new phase in my art practice, in which I addressed quite personal themes. My own relationship with Twente is complex. As a child I was ashamed of my Twente background because of the conservatism and the stigma that prevails in the Dutch art world about what comes from outside the Randstad. For a long time I could not speak the Twente language; it felt as if the past literally blocked my voice. Now I am trying to overcome that blockade and reshape my identity by processing my experiences in art and research.
Twente was an interesting field to explore artistically because it falls outside the Mondrian circuit and there are few stages where cultural expressions can take shape. Many from the region stems from lived experience and stories. For my research, I am working on a publication that is set up as a kind of almanac, a reference to the fact that Twente has one of the longest-running almanacs, which will have its 146th year in 2025.
My publication examines Twente culture from an autobiographical and historical perspective. It contains fictional and non-fictional elements, historical stories, poetry and regional maps. An important aspect is how peat plays a role in regional identity and how forgotten Twente language histories can be re-examined from a queer perspective.
There is a difference between how queer identities are experienced in cities and in regions such as Twente. The city often offers safety through anonymity, but sometimes lacks the sense of community of a village. In Twente, I feel the tension between conservatism and the need for solidarity. This project looks for ways to bridge that tension, for example by sharing the stories of queer people from different backgrounds.
Can I re-examine the cowboy? embody, for example from a queer or critical perspective?
I also research the relationship between paganism and contemporary social conditions, focusing on how friction arises within regionalism and populism. This sometimes leads to reconciliation, for example by entering into dialogue. My work, such as video performances, is structured in chapters that each highlight an aspect of regional history. An interesting aspect is the role of the cowboy figure in Twente, for example in Ponypark Slagharen. The amusement park is a regional icon located right next to the region. I see many parallels between the regionalist and the cowboy; on the one hand, the figure represents a romanticized image of freedom, on the other hand, the possibility of revisionism. This raises questions about how regional identity is romanticized. Can I re-embody the cowboy, for example from a queer or critical perspective? The idea of the landscape as an embodiment of identity inspires me to continue writing and creating.
The coaching of Arnisa Zeqo and Gisanne Hendriks from Kunsthuis SYB has been very valuable in my process, thanks to their experience with regional culture and language form within their programming. They have a lot of knowledge and know how to position themselves well. They put me in touch with artists who also focus on regional, underexposed history.
My publication will combine language history, fiction and personal stories. In addition, I want to create a second fictional version and expand my research through collaborations with cultural heritage organizations and institutions. Through dialogue and artistic feedback sessions, I hope to have a broader impact, using my personal narrative as an access point to a larger audience.
I continue to focus on how art, language and identity intersect, and how we can explore universal themes through personal stories. My goal is not only to explore my own identity, but also to invite others to join this conversation.
Want to keep up with Jens? You can do so via his Insta:
Tekst & beeld:
✍️ Dinnis van Dijken
📸 David Vroom
Text & Photo:
✍️ Dinnis van Dijken
📸 David Vroom